Wat is bijziendheid?
Wie bijziend is kan goed zien van nabij maar heeft het moeilijk om dingen van veraf duidelijk te zien.
Bijziendheid ontwikkelt zich doorgaans rond de puberteit maar kan ook al op jongere leeftijd voorkomen. Het zicht gaat geleidelijk achteruit maar stabiliseert meestal op volwassen leeftijd.
Mogelijke symptomen zijn:
- Beelden van veraf niet scherp zien (tv, schoolbord,…).
- Vaak knijpen met de ogen.
- Slechter wordende schoolresultaten bij kinderen.
- Moeite met autorijden, vooral in het donker.
- Vermoeide ogen.
- Hoofdpijn.
Bijziendheid kan gecorrigeerd worden met een bril of contactlenzen. In sommige gevallen kan het gezichtvermogen ook gecorrigeerd worden met een chirurgische ingreep (laserbehandeling).
Lees meer
Lees minder
Welke zijn de oorzaken?
Bij een bijziend oog is de oogbol langer dan bij een ‘normaal’ oog. Beelden vallen daardoor voor het netvlies in plaats van op het netvlies. Er wordt een onscherp beeld gevormd waardoor beelden in de verte als wazig worden gezien. Bijziendheid is soms erfelijk.
Lees meer
Lees minder
Wanneer ga ik best naar de huisarts?
Raadpleeg een oogarts wanneer je voorwerpen in de verte niet duidelijk kunt zien.
Lees meer
Lees minder
Contactlenzen, algemene tips
- Gebruik geen behandelende oogdruppels wanneer je contactlenzen draagt. Bevochtigende oogdruppels die uitdrukkelijk voor gebruik bij contactlenzen bedoeld zijn, kunnen wel.
- Draag geen contactlenzen bij droge ogen.
- Draag geen lenzen in een stoffige of rokerige ruimte.
- Neem je lenzen uit voordat je in aanraking komt met water (douche, bad, zwembad).
- Neem tijdens een vliegtuigreis je lenzen uit. Breng ze niet onmiddellijk terug in na het landen maar wacht bij voorkeur minstens 1 dag.
- Gebruik geen contactlenzen bij een ontsteking van het oog.
- Draag je lenzen nooit langer dan voorgeschreven.
- Verwijder je lenzen steeds voor het slapengaan, tenzij met goedkeuring van je contactlenzenspecialist.
- Laat je lenzen regelmatig enkele uren of een dag uit.
- Neem je lezen meteen uit bij irritatie of rode ogen.
- Ga 1 keer per jaar op controle bij de oogarts.
Contactlenzen reinigen
- Een belangrijk onderdeel van het reinigingsproces is zachtjes wrijven over de lens. Doe dit minstens 1 maal per dag, voor het inbrengen ’s morgens of voor het plaatsen in de lenzenhouder ’s avonds. Op die manier verminder je een groot deel van de afzettingen die zich hebben vastgezet op de lens. Je kunt dit doen door enkele druppels lenzenvloeistof op de lens te doen en deze tussen je duim en wijsvinger te wrijven.
- Spoel de lenshouder iedere dag uit en laat nadien volledig opdrogen. Gebruik nooit dezelfde oplossing opnieuw.
- Spoel je lenshouder nooit uit met leidingwater. De bacteriën in leidingwater kunnen ernstige infecties veroorzaken.
- Laat je lenzen minstens 6 uur in de lenzenvloeistof. Laat de tuit van de fles lenzenvloeistof nooit in contact komen met een ander oppervlak. Sluit de fles meteen na gebruik goed af.
- Respecteer de houdbaarheidsdatum van je lenzenvloeistof. Na vervaldatum gaan ze minder ontsmettend werken.
- Breng je lenzenvloeistof nooit over in een andere fles, bijvoorbeeld een klein flesje voor op reis. Dit kan leiden tot besmetting.
- Neem minstens iedere drie maanden een nieuwe lenshouder.
Contactlenzen inbrengen en uitnemen
- Was steeds je handen voor het inbrengen van je contactlenzen. Gebruik warm water en zeep en was ook goed de duimen. Spoel grondig en droog nadien goed af met een propere handdoek. Gebruik geen papieren doekjes, deze kunnen stukjes papier achterlaten.
- Breng je contactlenzen in een vaste volgorde aan. Zo voorkom je dat je de rechter en linker lens verwisselt.
- Trek je onderste ooglid naar beneden met je middelvinger. Trek dan het bovenste ooglid met de wijsvinger van je andere hand naar boven. Breng de lens in, kijk naar boven en beneden en knipper vervolgens met je ogen.
- Gebruik nooit make-up vóór het inbrengen van je contactlenzen. Na het inbrengen van de lenzen kan je wel gewoon make-up gebruiken. Houd de rand van de oogleden steeds vrij.
- Gebruik nooit handcrème voor het inbrengen van je contactlenzen.
- Hete lucht doet je contactlenzen uitdrogen. Föhn je haar vooraleer je lenzen in te doen.
- Wees voorzichtig met het gebruik van haarlak. Sluit steeds je ogen.
- Was ook vóór het uitnemen van je lenzen je handen grondig.
- Trek met je wijsvinger het onderste ooglid voorzichtig naar beneden en beweeg de lens naar het wit van je oog. Op het witte gedeelte van je ogen zit de lens veel losser en kan je de lens voorzichtig uitnemen met je wijsvinger en duim.
- Reinig de lens in de palm van je hand. Gebruik hiervoor overvloedig lensvloeistof en bewaar vervolgens in een lenshouder gevuld met lensvloeistof.
Lees minder
Lees meer